Op de Plaça del Rei, waar zich het Historisch Museum van de Stad Barcelona bevindt, kun je drie replica zien van middeleeuwse hanglampen. Hoewel het reproducties zijn, dateren ze van meer dan een eeuw geleden. Er hangen nog twee gelijkaardige lampen op het plein vóór de kerk Santa Maria del Mar.
Deze hanglampen werkten op houtblokken met hars die gemakkelijk te ontsteken waren, een lange brandtijd hadden en een aangename geur verspreidden. Deze geur speelde een belangrijke rol, dezelfde rol als de wierook in de kerken, in een tijd toen nog geen deodorant of shampoo bestonden. De bedoeling ervan was de muffe geur te neutraliseren die ontstond door het bijeenkomen van veel mensen in een afgesloten ruimte. Tot in de 18de eeuw werden deze types lampen gebruikt in Barcelona.
In 1826 werd in de stad openbare verlichting op basis van gas geïntroduceerd. Meer bepaald op 24 juni van dat jaar, de dag van Sant Joan, werd de Beurs van Barcelona op de Passeig de Gràcia voor de eerste keer met gas verlicht. Vanaf 1842 werden ook andere plekken in de stad op die manier verlicht, ondermeer op de Rambla. Een jaar eerder had de Fransman Charles Lebon al beslist om het eerste gasproductiebedrijf op te starten, de Sociedad Catalana para el Alumbrado por Gas, die de verlichting op grote schaal zou uitbaten, voornamelijk in de opkomende industrieën.
In 1873 namen de opticien en fysicus Tomàs Dalmau en de ingenieur Narciso Xifrà de eerste elektrische centrale in gebruik. Het systeem maakte gebruik van vier gasmotors die machines van 200 voltampère lieten draaien. In 1888 werden de eerste elektrische straatlantaarns geïnstalleerd maar elektrische verlichting werd pas in 1904 gemeengoed in Barcelona. Nog tot in het midden van de 20ste eeuw werden in Barcelona de gas- en elektrische verlichting samen gebruikt.
Huisdier kan reden zijn voor break-up
7 jaar geleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten