dinsdag 31 mei 2011

Teatre Nacional de Catalunya

Het TNC, wat staat voor Teatre Nacional de Catalunya, is één van de belangrijkste culturele instellingen van Catalonië. Dit theater werd officieel ingehuldigd op 11 september 1997, met het doel om zowel nationale als internationale theaterstukken en andere culturele voorstellingen van hoge kwaliteit aan te bieden. Een klein jaar eerder, in november 1996 was één van de drie zalen van het theater echter al in gebruik genomen.

TNC
Het complex beschikt over drie zalen: de Sala Gran (870 zitplaatsen), de Sala Petita (450 zitplaatsen) en de Sala Tallers (400 plaatsen). Het werd ontworpen door de Catalaanse architect Ricardo Bofill en is één van de meest emblematische gebouwen van Barcelona.

In feite bestaat het complex uit twee verschillende structuren. Het hoofdgebouw is 20.000 m2 groot, heeft de vorm van een Griekse tempel en bevat de Sala Gran, de Sala Petita, de vestibule, de zone voor de artiesten en kantoren. Het tweede gebouw is 5.000 m2 groot en ziet er tegelijk traditioneel en modern uit. Het huisvest een polyvalente zaal, de Sala Tallers.

Tegenwoordig biedt het Teatre Nacional de Catalunya een gevarieerd programma aan van klassiek en hedendaags theater, voorstellingen voor kinderen en opera- , circus- , poppen- en dansvoorstellingen.

Het gebouw van het Nationaal Theater van Catalonië bevindt zich aan de Plaça de les Arts nr 1, naast L’Auditori en dicht bij de Plaça de les Glòries. Voor meer informatie over de programmering kun je terecht op de website van het TNC.

zaterdag 28 mei 2011

Hospital de la Santa Creu i Sant Pau

Met haar mozaïek van tuinen en paviljoenen vormt het Hospital de la Santa Creu i Sant Pau in Barcelona een juweel van de Catalaanse modernistische architectuur. Dit ziekenhuis werd ontworpen door de architect Lluís Domènech i Montaner, die ondermeer ook het Palau de la Música op zijn naam heeft staan.

Hospital de Sant Pau
Het ziekenhuis ontstond in 1401 door de fusie van zes ziekenhuizen die in een erge crisis verkeerden omwille van de pestepidemie van 1348 en de nasleep ervan. De oorspronkelijke naam was Hospital de la Santa Creu. Het was gevestigd in de wijk El Raval in Barcelona in een pand waar zich nu de Bibliotheek van Catalonië bevindt.

Vanaf het begin van de negentiende eeuw kwamen er klachten omwille van de hoge leeftijd van het gebouw en de onmogelijkheid tot uitbreiding ervan om tegemoet te komen aan de toenemende urbanisatie en bevolkingsgroei van de stad. In het begin van de twintigste eeuw werd er dan een nieuw gebouw opgetrokken in de wijk Eixample, dankzij de donaties van de bankier Pau Gil i Serra.

Met de bouw werd begonnen in 1902 en de eerste fase duurde tot 1913. In die periode werden 13 gebouwen gerealiseerd. Van 1920 tot 1930 werd de tweede fase van de bouw voltrokken door de zoon van de architect, namelijk Pere Domènech i Roura. In deze fase bouwde men nog 6 paviljoenen. Als dank aan de sponsor van het project werd de naam Pau toegevoegd aan de benaming van het ziekenhuis zodat het sindsdien officieel Hospital de la Santa Creu i Sant Pau heet, hoewel het in de volksmond Hospital de Sant Pau wordt genoemd.

Het originele ontwerp telde een oppervlakte van 145.470 m2, bestaande uit een hoofdgebouw bestemd voor de administratie en aparte paviljoenen. Domènech i Montaner voorzag 48 paviljoenen verdeeld rond twee hoofdassen van 50 meter breed. Deze assen bevonden zich op de diagonalen van het vierkantige terrein en vormden een kruis dat het symbool was van het ziekenhuis en verwees naar het oorspronkelijke gebouw. De plannen werden uiteindelijk slecht gedeeltelijk uitgevoerd.

Alle paviljoenen waren verbonden door middel van ondergrondse galerijen, zodat patiënten er vervoerd konden worden zonder dat ze buiten hoefden te komen. De technische installaties bevonden zich in de open lucht om hun onderhoud te vergemakkelijken. Op het plan werden ook tuinen en kleine wegen voorzien.

De architect Domènech kreeg de hulp van meerdere kunstenaars voor het project, waaronder Pablo Gargallo en Eusebi Arnau, die verschillende beeldhouwwerken realiseerden, Francesc Labarte, die de schilderijen en mozaïeken uitvoerde en Josep Perpinyà, die zich bezighield met het smeedijzer.

Het hoofdgebouw kom je binnen via een brede trap. De hoofdingang is gericht op de Sagrada Família en ligt zodanig dat men de zeewind kon gebruiken om het gebouw te verluchten. Men denkt ook dat de architect de hoofdingang schuins op de geruite structuur van de wijk Eixample heeft geplaatst omdat hij die rechtlijnige vormen niet kon appreciëren. Dit hoofdgebouw is, zoals de meeste gebouwen van het complex, opgetrokken uit rode baksteen. Domènech i Montaner gebruikte diverse architectonische stijlen. In het hoofdgebouw zien we bijvoorbeeld gotische, neogotische, mozarabische en Germaanse elementen.

Binnen het hoofdgebouw bevindt zich een structuur van bogen en kolommen die een tuin van medicinale planten voorstelt, verwijzend naar de medische tuinen van de oude ziekenhuizen die hun eigen medicijnen kweekten. In de oorspronkelijke plannen van het Hospital de Sant Pau was ook een medische tuin voorzien maar die werd nooit aangelegd.

Een andere opvallende eigenschap van het ziekenhuis is de bedoeling om vrouwelijke en mannelijke patiënten strikt te scheiden. Aan de rechterkant bevonden zich de paviljoenen bedoeld voor mannen, die namen van heiligen kregen. Aan de linkerkant stonden de paviljoenen voor vrouwen, met namen van vrouwelijke heiligen en maagden. Aan de hoofdingang was in de rechtervleugel een toegangsdeur voor de mannenafdeling en in de linkervleugel een deur voor de vrouwenafdeling.

Eveneens opvallend in de visie van de architect voor harmonie en symmetrie is het feit dat de paviljoenen dicht bij de hoofdingang kleiner zijn dan diegene er verder van verwijderd. Paviljoenen die zich op een zelfde afstand van de hoofdingang bevinden zijn identiek, behalve dat ze opgedragen zijn aan een mannelijke heilige of een vrouwelijke.

Na verloop van enkele decennia deed zich opnieuw de noodzaak voor om het ziekenhuis uit te breiden, zowel door het gestegen aantal patiënten als de technologische vooruitgang. Ook het feit dat het Hospital de Sant Pau een universitair ziekenhuis werd, zorgde ervoor dat er meer ruimte moest komen voor educatieve taken. Rond de helft van de vorige eeuw werden er enkele nieuwe gebouwen bij het complex geïntegreerd, waaronder bijvoorbeeld het Urologisch Instituut, een privé ziekenhuis volledig toegespitst op deze specialiteit.

In 1997 werd het Hospital de Sant Pau door de Unesco uitgeroepen tot Werelderfgoed, ondanks het feit dat de originele plannen van Domènech i Montaner nooit volledig werden uitgevoerd.

In 2003 werd begonnen met de aanleg van een nieuw groot gebouw in het noorden van het terrein. De bedoeling was dat alle diensten zouden verhuizen van de modernistische gebouwen naar dat nieuwe complex. In juli 2009 werd het nieuwe ziekenhuis ingehuldigd. Op het dak van blok E van dit nieuwe complex bevindt zich een landingspiste voor een medische helicopter die in gebruik werd genomen in juli 2010.

Het Hospital de Sant Pau is dagelijks te bezoeken en er worden ook verschillende keren per dag geleide bezoeken georganiseerd in het Catalaans, Spaans, Engels en Frans. Neem voor het uurrooster hiervan even een kijkje op de website van Sant Pau.

woensdag 25 mei 2011

Torre de Calatrava alias Torre de Montjuïc

De witte telecommunicatietoren van Montjuïc is een realisatie van de Valenciaanse architect en ingenieur Santiago Calatrava. Ze werd gebouwd tussen 1989 en 1991 in de zogenaamde Olympische Ring van Montjuïc naar aanleiding van de Olympische Spelen van 1992. In deze Olympische Ring bevinden zich ondermeer het Palau Sant Jordi en het Olympisch Stadion.

Torre de Calatrava
De stalen toren van Calatrava is 136 meter hoog en haar ontwerp is heel innovatief vergeleken met de meeste communicatietorens. Haar structuur is niet gebaseerd op een verticale pijler maar ze heeft een silhouet dat doet denken aan een sporter die de Olympische vlam draagt. Het bovenste deel van de toren, de transmissiezone, lijkt op een pijl en boog. Aan de voet van de toren bevindt er zich een fontein vervaardigd uit beton die doet denken aan watergolven.

De bouwpromotor van de toren was het telecommunicatiebedrijf Telefónica (nu Movistar), zodat het ook de naam Torre Telefónica draagt. Velen noemen het kortweg de Torre de Montjuïc.

Door de oriëntatie van de toren doet ze ook dienst als zonne-uurwerk, doordat ze de schaduw van de grote wijzer als het ware projecteert op het ondergelegen Plaça d’Europa. Sinds 2006 wordt het beeld van de Torre de Calatrava eveneens gebruikt als overwinningstrofee voor de Grote Prijs van Spanje Formule 1 die wordt gereden op het Circuit van Catalonië.

In één van mijn vorige artikelen had ik het reeds over een andere communicatietoren die in Barcelona gebouwd werd naar aanleiding van de Olympische Spelen van 1992, namelijk de Torre de Collserola. Deze werd gerealiseerd door Norman Foster en bevindt zich vlakbij Tibidabo.

zondag 22 mei 2011

7 routes per metro om Barcelona te leren kennen

Je kunt op heel wat verschillende manieren Barcelona rondtrekken, maar dankzij het uitstekende metronetwerk is dit vervoermiddel een comfortabele en goedkope manier. Bij de Toeristische Dienst kun je een gids verkrijgen waarin 7 routes beschreven staan die metro, wandelingen te voet en enkele bustrajecten combineren: Barcelona Metro Walks. Aan de hand van deze parcours kun je Barcelona verkennen op je eigen tempo en volgens je eigen interesses.

Barcelona Metro Walks
De gids bevat een beschrijving van elke route, met een bij benadering aangegeven duurtijd van de verplaatsingen tussen de diverse bezienswaardigheden. Daarnaast vind je er een plan in van elk traject samen met een uitleg en foto’s van die verschillende bezienswaardigheden. Bovendien is in de gids een plattegrond van Barcelona en een plan van het metronetwerk ingesloten.

Alle voorgestelde routes vertrekken vanuit het centrum van de stad, aan de Plaça de Catalunya of de Plaça d’Urquinaona. De trajecten zijn als volgt:

- Park Güell – El Coll – Vall d’Hebron
- Pedralbes – Sarrià – Sant Gervasi
- Gràcia – Tibidabo
- Glòries – Poblenou – Fòrum
- La Ribera en El Born – Barceloneta – Vila Olímpica
- Guinardó – Horta
- Sant Andreu – Sant Martí – Clot

Barcelona Metro Walks bevat eveneens een ticket waarmee je gedurende twee dagen onbeperkt de metro en bussen in Barcelona kunt nemen in de twee meest centrale zones van het openbare vervoernetwerk. Prijs van het hele pakket is 12,50 euro. Je kunt het aankopen in alle kantoren van de Toeristische Dienst van Barcelona en tevens op de webpagina van diezelfde Toeristische Dienst.

donderdag 19 mei 2011

De wijk La Ribera

Leuk om te bezoeken bij je verblijf in Barcelona is La Ribera, een wijk in het district Ciutat Vella, in het historische centrum van de stad. Tussen de dertiende en vijftiende eeuw vormde deze zone het economische centrum van Barcelona. In deze buurt werden dan ook heel wat herenhuizen gebouwd, waarvan je er nog vele kunt bewonderen in de Carrer de Montcada.

Born
De naam La Ribera is afgeleid van “riba” wat “oever” betekent in het Catalaans. Indertijd bevond de wijk zich namelijk nog vlak aan zee. Bovendien was de dichtbij gelegen wijk La Barceloneta toen nog een eiland, l’Illa de Maians geheten.

La Ribera wordt in twee sectoren verdeeld: de zone dichtbij de Via Laietana en de buurt die momenteel bekend staat onder de naam El Born. Deze laatste strekt zich uit rond de basiliek Santa Maria del Mar en werd gebouwd tegen de buitenkant van de oude stadsmuren. De buurt werd indertijd La Vilanova of Vilanova del Mar genoemd. Tegenwoordig wordt de benaming El Born ook wel gebruikt om de hele wijk La Ribera aan te duiden.

De wijk La Ribera verloor haar belangrijke positie in de zestiende eeuw, toen de economische activiteiten zich verplaatsten naar de wijk La Mercè en de nieuwe haven. In het begin van de achttiende eeuw werd de helft van La Ribera trouwens afgebroken om er een fort te bouwen, op de plek waar nu het Parc de la Ciutadella en de overdekte markt van El Born, de Mercat del Born, gelegen is.

Enkele interessante bezienswaardigheden in La Ribera zijn: de Llotja de Barcelona (ook Llotja de Mar genoemd) waar vroeger de handelaars van de stad samenkwamen, de basiliek Santa Maria del Mar, de in heropbouw zijnde Mercat del Born en het Picasso Museum. Bovendien vind je in El Born talrijke trendy boetieks en hippe bars en restaurants.

maandag 16 mei 2011

Basiliek van La Mercè

Eén van de kerken in Barcelona die zeker een bezoek waard zijn is de basiliek van La Mercè. De hoofdgevel van deze Basílica de la Mare de Déu de la Mercè, kortweg Basílica de la Mercè genoemd, geeft uit op een plein dat dezelfde naam draagt. Dit plein werd in 1981 aangelegd.

Basílica de la Mercè
Op deze plaats, aan de kant van de zee, bevindt er zich een andere gevel, met een marmeren poort, waar vroeger een klooster gevestigd was en wat nu een kapiteinskwartier is. Aan de kant tegenover de basiliek staat er een fontein opgedragen aan de god Neptunus, een werk van Adrià Ferran en Celdoni Guixà. Deze fontein stond eerst bijna 100 jaar in La Barceloneta en daarna bijna een eeuw in het park van Montjuïc.

Volgens de legende verscheen Onze Lieve Vrouw in de dromen van de koopman Pere Nolasc. Hij kreeg hierdoor het plan om een kloosterorde te stichten gewijd aan de vele Christenen die in de handen van Noord-Afrikaanse piraten gevallen waren. Pere Nolasc werd bij zijn plannen geholpen door de dominicaan Ramon de Penyafort en koning Jaume I.

Op deze manier ontstond de orde van La Mercè. De eerste kerk van deze orde werd gebouwd in 1267, op de plaats waar nu de basiliek staat. Deze kerk werd verbouwd in de veertiende en vijftiende eeuw en in 1775 renoveerde de architect Josep Mas i Dordal het gebouw zodat ze de structuur kreeg zoals we die nu kennen.

In 1870 werd aan de zijkant van de kerk een gotische gevel uit de vijftiende eeuw geplaatst die eerder toebehoorde aan de oude kerk van Sant Miquel. De deur hiervan werd vervaardigd door de Fransman René Ducloux in 1516 en is uitgevoerd in gotische stijl, met klassieke details.

In 1888 werd een grote koepel gebouwd op het dwarsschip, een werk van Joan Martorell i Montells. Bovenop de koepel kwam een beeld van de Onze Lieve Vrouw van La Mercè, een realisatie van Maximí Sala. Dit beeld werd vernietigd in 1936 en gereconstrueerd in 1956 door Miquel Oslé.

Bovenaan de hoofdgevel bevindt zich een driehoekig fronton dat het klassieke karakter van de gevel versterkt. De beeldhouwwerken aan diezelfde gevel zijn van de hand van Carles Grau.

De binnenkant van deze kerk wordt gekenmerkt door haar grootsheid, die enigszins wordt verzacht door de decoratieve elementen in rococostijl, met bekledingen in marmer en pleisterkalk. Het beeld van de Onze Lieve Vrouw van La Mercè binnenin de basiliek is een houtsnijwerk uit 1361, dat wordt toegeschreven aan Pere Moragues.

Volgens de overlevering bevrijdde in 1637 de Onze Lieve Vrouw van La Mercè de stad Barcelona van een sprinkhanenplaag. Uit dank hiervoor verhief de Stadsraad haar tot patrones van Barcelona, een eer die tot dat moment toekwam aan Santa Eulàlia. De verering van Onze Lieve Vrouw van La Mercè, die gedurende de Middeleeuwen verspreid werd over het hele Middellandse Zeegebied, vindt men sinds de achttiende en negentiende eeuw ook in de Latijns-Amerikaanse regio’s terug.

De dag van vandaag is de patrones van Barcelona erg geliefd door de inwoners van Barcelona. Een voorbeeld hiervan zijn de feesten van La Mercè die elk jaar in de week van 24 september plaatsvinden, de feestdag van La Mercè.

Tot slot wil ik nog vermelden dat de Basílica de la Mercè de tweede kerk in Barcelona was die de titel kreeg van basiliek, enkel voorafgegaan door de huidige kathedraal. Deze titel werd toegekend door paus Benedictus XV in 1918 ter gelegenheid van de herdenking van de 700ste verjaardag van de verschijning van Onze Lieve Vrouw aan Pere Nolasc.

vrijdag 13 mei 2011

Barcelona verkennen per driewieler

Om Barcelona op een leuke en ecologisch verantwoorde manier te verkennen, kun je gebruik maken van de driewielers van Trixi Barcelona. Deze fiets-taxi’s bieden plaats aan 1 of 2 passagiers en worden bestuurd door zogenaamde Trixistes, die Catalaans, Spaans, Engels en Duits spreken. De futuristisch uitziende driewielers zijn uitgerust met een elektrische motor die de bestuurder helpt met het trappen.

Trixi
Een tour met Trixi voert je door het oude centrum van Barcelona, ondermeer langs de Kathedraal, de Plaça de Sant Jaume en de Plaça de Sant Felip Neri, en langs de bekendste werken van Antoni Gaudí, zoals de Sagrada Família, Casa Batlló en La Pedrera. Bovendien passeer je met deze fiets-taxi’s door de wijken el Raval en el Born, de Oude Haven, de wijk La Barceloneta en langs de stranden van de stad. Een tour duurt ongeveer 3 uur.

Van april tot september kun je dagelijks deelnemen aan een rondrit om 11u en om 16u30. In maart, oktober en november functioneert Trixi Barcelona van donderdag tot en met maandag, eveneens om 11u en om 16u30. Het vertrekpunt van de tours is het plein voor de Kathedraal.

Een ticket kost 65 euro en hiermee kunnen er 1 of 2 passagiers mee. Een rondrit reserveren kan ondermeer via de website van de Dienst Toerisme van Barcelona. De bestelde tickets liggen dan klaar bij de bestuurder van de Trixi, 10 minuten voor aanvang van de tour.

dinsdag 10 mei 2011

Theater Tívoli

Het Teatre Tívoli is één van de grootste theaterzalen van Barcelona waar door de jaren heen talloze opera- en operettevoorstellingen, concerten en Catalaanse toneelstukken plaats hebben gevonden. De dag van vandaag kun je in Tívoli gaan kijken naar theaterstukken en filmvoorstellingen.

Theater Tívoli
In 1849 werden de Jardins del Tívoli geopend (de Tuinen van Tívoli) in een toen nog onbebouwde zone aan de buitenkant van de stadsmuren van Barcelona, tussen de huidige Passeig de Gràcia en de Carrers de la Diputació, Provença en Aribau. In deze tuinen en het bijhorende houten paviljoen werden in de zomer diverse concerten, kermissen en dansfeesten georganiseerd. Enkele decennia later begon men er ook theatervoorstellingen in het Catalaans op te voeren.

Het theater kwam in 1862 in handen van Ignasi Elies. Die besliste om het te verhuizen van de oorspronkelijke plek naar een locatie aan de huidige kruising van de Passeig de Gràcia met de Carrer de Mallorca. Het bleef een soort zomertheater waar in een houten paviljoen komedies, operettes, opera’s en muziekvoorstellingen werden georganiseerd. In korte tijd werd het één van de populairste gelegenheden van Barcelona.

Tegen 1873 ging de kwaliteit van de aangeboden voorstellingen echter achteruit en werd er gesproken over een mogelijke sluiting van het theater. Enige tijd later werd de installatie inderdaad afgebroken. Maar onmiddellijk daarna werd aan de hoek van de Passeig de Gràcia en de Carrer de Casp een nieuw gebouw opgericht. Dit is de locatie waar zich nu nog steeds het Teatre Tívoli bevindt.

Het nieuwe theater werd ingehuldigd in 1875. Vanaf dit moment werden er zeer diverse en kwaliteitsvolle voorstellingen georganiseerd. Toen Ignasi Elies in 1902 stierf, was Teatre Tívoli een gerenommeerd theater. In de daaropvolgende jaren werden er ook circusvoorstellingen en dansfeesten georganiseerd.

In 1917 nam de vennootschap Tívoli S.A. het theater over en besliste alweer een nieuw gebouw op te richten. In januari 1908 begon de bouw volgens een project van Miquel Modorell i Rius, dat gebaseerd was op een vorig plan van Josep Plantada i Artigues. De gekozen stijl was neo-rococo, met veel goudkleurige sierlijsten en plantenmotieven, en dieprode zetels en gordijnen.

Het nieuwe theater bood plaats aan 1.643 personen, verdeeld tussen de parterre, de club (eerste verdieping), het amfitheater (tweede verdieping) en de loges aan de zijkant van de zaal. Het was de tweede grootste theaterzaal van Barcelona, na het Gran Teatre del Liceu. Het podium was 22 meter breed, 23 meter hoog en 15 meter diep.

Na de Spaanse Burgeroorlog (1936-39) werd Tívoli voornamelijk gebruikt als filmzaal, waar nog sporadisch theaterstukken werden opgevoerd. Sinds de helft van de vorige eeuw is de zaal in handen van het bedrijf Grup Balaña.

Eind 1982 werd Teatre Tívoli heropend als theaterzaal maar in 1989 stond het op het punt te verdwijnen. Het complex werd te koop gesteld en de Franse groep Pelège wou er een winkel- en vrije tijdscentrum van maken. Deze plannen gingen uiteindelijk niet door. Sinds 1991 is Tívoli opnieuw een volwaardige theaterzaal waar af en toe filmvoorstellingen worden gehouden.

Op de webpagina van Teatre Tívoli vind je alle informatie over de huidige programmering.

zaterdag 7 mei 2011

Nacht van de Musea

Op zaterdagavond 14 mei van 19u tot 1u wordt in Barcelona opnieuw de Nacht van de Musea georganiseerd. Je kunt dan helemaal gratis de 48 belangrijkste musea van Barcelona en omgeving bezoeken, waaronder het Picasso Museum en de Fundació Joan Miró. Deze Nacht van de Musea kadert in een initiatief van de Europese Raad waaraan meer dan 3.000 musea uit 40 landen deelnemen.

La Nit dels Museus
Je kunt niet enkel gaan genieten van de permanente en tijdelijke tentoonstellingen maar ook deelnemen aan diverse dans- en theatervoorstellingen, concerten en activiteiten speciaal voor kinderen. Een volledig overzicht van de deelnemende musea vind je op de website van La Nit dels Museus.

Ik wil van deze gelegenheid graag gebruik maken om te vermelden dat je gedurende het hele jaar verschillende mogelijkheden hebt om gratis de musea van Barcelona te bezoeken. Op 18 mei vindt de Internationale Dag van de Musea plaats waarop je in de meeste musea geen inkom hoeft te betalen. Op 24 september, feestdag van La Mercè, en op 12 februari, feestdag van Santa Eulàlia, kun je eveneens gratis terecht in de meeste musea van de stad.

Tot slot is de toegang gratis elke zondag van 15 tot 20u in de volgende musea: MUHBA (Historisch Museum van Barcelona) op de Plaça del Rei en in het Klooster van Pedralbes, Disseny Hub Barcelona (Designmuseum) van Montcada en Pedralbes, Museum Barbier-Mueller van Precolumbiaanse Kunst, Keramiekmuseum, Muziekmuseum, Blauw Museum (Museum van Natuurwetenschappen), Botanische Tuin, Museum Frederic Marès, Etnologisch Museum, Picasso Museum, CCCB (Centrum voor Hedendaagse Cultuur van Barcelona) en het Maritiem Museum.

dinsdag 3 mei 2011

Palau Robert

Het Palau Robert ligt aan de Passeig de Gràcia 107, op de hoek met de Avinguda Diagonal. Dit gebouw werd geconstrueerd tussen 1898 en 1903 als privé residentie voor Robert Robert i Surís, markies van Robert, een invloedrijke politicus en financier. Momenteel is het Palau Robert eigendom van de Generalitat de Catalunya, de Catalaanse regering. Het complex omvat drie tentoonstellingszalen, een concertruimte, een informatiecentrum van de regio Catalonië, een toerismekantoor van de stad Barcelona, een boekenwinkel en een aangenaam park dat toegankelijk is voor het publiek.

Palau Robert
Toen Robert Robert i Surís aan het einde van de 19de eeuw de huizen verwierf op de hoek van de Passeig de Gràcia met de Diagonal, liet hij ze afbreken om er een residentie op te zetten in de stijl van andere herenhuizen die op de Passeig de Gràcia stonden. Hij vertrouwde het ontwerp toe aan de Franse architect Henri Grandpierre, die gekend was van zijn bijdrage aan de Wereldtentoonstelling van Parijs van 1900. De bouw stond onder leiding van architect Joan Martorell i Montells.

Het gebouw is een voorbeeld van neoklassieke architectuur. Het heeft een rechthoekig grondoppervlak en is gebouwd rondom een patio met een glazen dak. De klassieke stijl is beduidend verschillend van de modernistische stijl die rond 1900 in Barcelona veelvuldig gebruikt werd. De tuin werd ontworpen door de landschapsarchitect van de stad Barcelona, Ramon Oliva, die later ook de Plaça de Catalunya zou vormgeven. De vele palmbomen in het park waren afkomstig van de Wereldtentoonstelling in Barcelona van 1888.

Robert Robert i Surís stierf in 1929 en hoewel zijn familie het gebouw te koop had gesteld in 1934, gaf de volgende markies van Robert in 1936 opdracht aan de architect Francesc de Paula Nebot om een ontwerp te maken voor een nieuw gebouw op hetzelfde terrein. Het project heette “The Lido” en zou gaan bestaan uit een hotel, theater, feestzaal en cabaret. Uiteindelijk werden deze plannen geannuleerd en in november 1936 besliste minister Josep Tarradellas van de Catalaanse regering om het Palau Robert om te vormen tot zetel van het Ministerie van Cultuur van de republikeinse Generalitat. Het moet gezegd dat de Spaanse burgeroorlog (1936-1939) toen volop aan de gang was.

Na de oorlog verwierf de familie Robert opnieuw het gebouw. In 1944 werd er een vennootschap opgericht die tot doel had om op het terrein een hotel en evenementenzaal te bouwen. Jaren later kocht Julio Muñoz Ramonet het gebouw maar door een conflict met de Banco Central, werd het uiteindelijk eigendom van deze bank. Op 11 mei 1981 verwierf de Generalitat de Catalunya het, samen met de aangrenzende kantoorgebouwen. Op 18 november 1997 werd het opengesteld voor het publiek, onder de naam Palau Robert.

In 2003 heeft de architecte Sílvia Farriol de oude aanpalende koetshuizen en de tuin gerenoveerd. De ruimtes waar vroeger de eigenaren hun voertuigen opborgen, werden omgevormd tot twee extra polyvalente zalen. Bovendien werd aan de Carrer Còrsega een muur afgebroken en vervangen door een hek zodat de tuin nu zichtbaar is vanaf de straat.

De toegang tot de gebouwen en de tuin van het Palau Robert is gratis. Je kunt er terecht van maandag tot en met zaterdag van 10 tot 19u en op zondag van 10 tot 14u30. Meer informatie kun je nalezen op de website van het Palau Robert.